Turfschuit van Klaas Hemelaar (met hoed) t.h.v. Ruysdaelkade 81
Naar aanleiding van ’Kattenvolk’ en ’Duif is dood’ vertelt Oom Bens zuster Jo over een hond op de schuit van hun vader Klaas.
Jo Broekmeulen-Hemelaar: "Mijn moeder Na was helemaal geen liefhebber van honden, maar mijn vader had er wel een aan boord. Hij noemde hem 'Sjo' en onder ons gezegd was het een mormel, maar het was wel een goede waakhond en dat was wel nodig ook. Toen de schuit in Amsterdam lag en mijn vader weer naar Vinkeveen moest vertrekken, was Sjo in geen velden of wegen te bekennen. Vader had natuurlijk nog wel rondgekeken en geroepen, maar uiteindelijk moest hij toch zonder Sjo vertrekken.
In Vinkeveen hoorde mijn moeder op een gegeven moment aan de voordeur morrelen. Ze trok de deur open en werd daar door een besmeurd gedrocht aangestaard: Sjo! Het trouwe dier had de boot gemist, liet de stad spoorslags achter zich, zwom de veenpolder door, en dook onder het slijk weer op in Vinkeveen. Moeder liet het beest niet eerder binnen nadat mijn vader het beest in de schuur een grondige wasbeurt had gegeven. Al had ze niets met honden, ze vond het prachtig dat zo'n beest zó hondstrouw kon zijn."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten