donderdag 31 januari 2019

REDE UITVAART TANTE CATRIEN


Tijdens de uitvaartdient van Tante Catrien Hemelaar-
Wit las haar oudste zoon Nico de volgende tekst voor, 
die hij na raadpleging van zijn broers had opgesteld.
Op woensdag 18 februari 1920 werd mijn moeder geboren 
in hartje Amsterdam als tweede kind van vader Klaas en 
moeder Rosiena. Het was ruim een jaar na de Eerste 
Wereldoorlog, toen Amsterdam nog niet de helft zo groot 
was en op de plek waar wij nu zijn, nog koeien liepen. 
Nederland was nog een echte klassenmaatschappij waar 
meisjes als mijn moeder gingen werken als dienstmeisje 
bij een familie in een dure buurt. Nederland had nog 
kolonies, een auto was een grote uitzondering in het 
verkeer en de televisie en de computer moesten nog 
worden uitgevonden. Toen zij net een paar dagen veertien 
jaar oud was, ging zij werken op een atelier. Zeer tegen 
haar wens, want zij wilde graag de achtste klas afmaken, 
maar kinderen hadden toen niet zo veel te wensen. Na 
het atelier kwam ma terecht als dienstmeisje en weer 
later werkte zij bij een melkboer. Daarnaast was zij een 
goede turnster en handbalde met veel plezier en bleef 
dat doen, totdat ik geboren werd. Tijdens de 
bevrijdingsfeesten na mei ‘45 leerde zij dansen en maakte 
zij kennis met pa. Zij trouwden in 1947. Er was toen een 
enorm tekort aan woningen en ook zij begonnen inwonend. 
Zij zochten heel intensief naar een eigen huurhuis. Alles 
en iedereen werd benaderd. Van prinses Juliana kreeg ma 
een brief terug met de mededeling dat het verzoek 
doorgestuurd was. Uiteindelijk werd het doorzetten van 
ma beloond met een eigen woning. In de vijftiger jaren, 
de jaren van opbouw, moesten mijn ouders heel zuinig 
aan doen. Mijn moeder was in staat om elk dubbeltje om 
te draaien en maakte uit oude broeken en jassen, kleren 
voor Tony en mij. In de zestiger jaren kwam het begin 
van de welvaart en er kwam ook een bromfiets in ons gezin. 
Ma achter op met een lange broek onder rok of jurk. Een 
aantal jaren later kwam er zelfs een auto, een echte 
Nederlandse DAF, waarmee ritjes gemaakt werden. Haar 
eerste buitenlandse reis ging naar Oostenrijk. Onderweg 
overnachtten wij in Zuid-Duitsland. Het was de enige keer 
dat ik ma een tikje aangeschoten gezien heb. Rond haar 
vijftigste ging zij weer werken. Jos, toen 12, moest, als 
pa belde, zeggen dat ma boodschappen aan het doen was. 
Ma haalde haar rijbewijs, ging een cursus machineschrijven 
volgen, behaalde zwemdiploma’s en werd beheerder van 
een toko in een bejaardenhuis. Dat bleef zij doen tot aan 
haar pensioen. Daar was zij helemaal op haar plek. Zij 
deed het werk met een enorme inzet en als het nodig 
was nam zij ’s avonds werk mee naar huis. Die baan was 
haar hobby en zij werd erg gewaardeerd door haar 
collega’s en de bewoners. In plaats van rustig van hun 
oude dag te genieten in Amsterdam gingen zij nog een keer 
verhuizen naar Lelystad. Waar zij met veel plezier gewoond 
hebben en konden genieten van hun tuin met een hele mooie 
prunus. Elk jaar kregen wij te horen hoe prachtig hij bloeide. 
Het was ook het huis waar de oudste kleinkinderen heel graag 
kwamen logeren bij opa en oma. Na een inbraak tijdens een 
vakantie wilden zij weer terug naar Amsterdam Osdorp en 
daarmee terug naar de Pauluskerk. Ma werd weer lid van het 
koor en zij bleef daar zingen totdat zij ruim in de tachtig was. 
Zij had een prachtig huwelijk met mijn vader. Een vanzelf- 
sprekende eenheid. Mijn vader had nog wel eens last van zijn 
ongeduld of van snel opkomende boosheid en mijn moeder 
bleef dan de rust zelve. Zij was de stille kracht! Zij nam niet 
snel het woord, maar als het nodig was, kon zij wel vertellen 
wat zij er van vond. Zij bleef rustig en vloekte nooit en dat 
met allemaal Hemelaren om je heen! Pas toen pa overleden 
was, werd ons duidelijk hoeveel slechter het met haar gesteld 
was. Het leek of zij niet kon begrijpen dat pa er niet meer 
was. Zij trok zich terug in haar eigen wereld waar zij op haar 
manier toch gelukkig is geweest. Wij koesteren de momenten
 dat zij ons herkende en dat wij elkaars handen vasthielden. 
Haar levensmotto kan gevat worden onder: Doe maar gewoon, 
dan doe je al gek genoeg; voel je nooit beter dan anderen en 
klaag niet. Zo doorstond zij ook de chemotherapieën, nadat op 
haar 91st kanker was geconstateerd. Van groot belang was de 
warmte in het eigen gezin en later in de eigen familie met 
zonen, schoondochters en klein- en achterkleinkinderen (Het 
eigen zooitje). Dat kwam duidelijk tot uiting bij sinterklaas en 
het kerstfeest of bij een familiebijeenkomst waar iedereen druk 
met elkaar aan het praten was. Daar kon zij van genieten. Zij 
was er voor ons altijd als van zelfsprekend en pas veel later 
besef je hoe goed en belangrijk dat voor ons geweest is. 
Een dankbare herinnering. Ik dank je lieve moeder!
   

vrijdag 18 januari 2019

CATRIEN HEMELAAR-WIT OVERLEDEN


Ons bereikte het droeve bericht dat Tante Catrien is 
overleden op 99-jarige leeftijd. We wensen haar 
kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen en 
haar dierbaren alle sterkte toe. 

Afscheid komende woensdagavond 23 januari op de
Nieuwe Oosterbegraafplaats tussen 19.00 en 19.45
uur, Kruislaan 126, Amsterdam.

Uitvaartmis Lucaskerk donderdagmorgen 24 januari 
om 10.30 uur, Osdorper Ban 132, Amsterdam. 

Om 11.30 uur vertrek richting Begraafplaats 
Buitenveldert, Fred. Roeskestraat 103, A'dam. 

Henk.