Het is 1966, 17:53 uur, en al geven Ome Ben en Clemens het goede voorbeeld, de anderen trekken de stropdas los. De ooms Jaap en Ger zitten zo dicht op de kachel, dat die vast niet brandt, en toch hebben ze het warm. Is het een bloedhete zomermiddag? Is dit de Rozenstraat, zoals Nico Hemelaar vermoedt?